Biodiversiteit in jouw kleine tuin

Biodiversiteit in jouw eigen tuin.
Ook in een kleine tuin is biodiversiteit te vinden. Dat horen de aanwezigen op deze avond, waarin Erwin Goutbeek ons meeneemt op ontdekkingstocht door een tuin. Als ecoloog is hij verslaafd aan het soorten zoeken. Dat gebeurt tijdens wandelingen of in zijn eigen tuin. Zijn wij ons wel bewust van wat we allemaal kunnen waarnemen in onze tuin?
Belangrijke vindplaatsen.
Let dan op de straatstenen in jouw tuin. Tussen de voegen van de stenen zit veel leven. Op een vierkante meter stenen zitten al gauw tien verschillende soorten. Zoals liggend vetmuur, de groene plakkaatjes van de parapluutjesmos (een soort levermos) en gewoon smaragdsteeltje. Mossen hebben geen wortels en verspreiden zich via sporen. Maar verspreiding kan ook gebeuren door een plantje onder je schoenzolen te verplaatsen. Tip: spuit de tegels en straatstenen niet met een hoge drukspuit. Zo verjaag je allerlei nuttig leven.
Ook betontegels zijn een bron van allerlei leven. Witte vlekken op de tegels duidt op de aanwezigheid van korstmossen zoals rond dambordje, muurschotelkorst, kastanjebruine schotelkorst, groot dooiermos, kauwgommos en stoeprandvingermos.
Stapeltje stenen, een stapelmuurtje of een stapsteen zijn leefgebieden van pieren, slakken en insecten.
Vergeet de bomen niet. Allerlei vlekken op de bomen duiden op verschillende mossen en korstmossen. Daaronder vallen specialisten die alleen op bomen voorkomen zoals het mos gesnaveld klauwtjesmos die veel vocht nodig heeft. Ook de paddenstoel boomgaardvuurzwam kan je op fruitbomen tegenkomen en het korstmos kapjesvingermos is te vinden op een zijtak van een boom.
Verder op ontdekkingstocht door de tuin kijk dan eens naar het gras. Groeien daar ook plantjes tussen zoals madeliefjes. Bezit je een compostbak, dan tref je daar 3 soorten pissebedden, waaronder de gewone oprolpissebed. Hij doet zijn naam alle eer aan, rolt zich mooi op.
Planten zijn ook een voedingsbron. Elke plant heeft zijn eigen specialistische insect. De dagvlinder oranjetipje legt zijn eieren op de judaspenning, die als pop in de grond de winter doorkomt. Op het vergeet-mij-nietje zit de vergeet-mij-niet-graafwants. Het advies van Erwin is om de tuin zo rustig mogelijk te houden.
De les is dat wij in onze tuin moeten zorgen voor voldoende vocht, waardoor er voedsel te vinden is voor al het aanwezige leven. Dat creëert een gevoel van veiligheid waardoor er sprake kan zijn van voortplanting. Variatie in de plantensoorten, de hoogte in de struiken en de bomen, geeft een gezonde tuin te zien, waarin het voor mensen, dieren, insecten en vogels goed toeven is.
Ongemerkt gaat de tijd voorbij. Wat een boeiende verteller is Erwin toch.

Janneke Dijkhof, maart 2025

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via Whatsapp