“Alles wat lekker is…!”

Steeds meer mensen kiezen voor gezond en duurzaam voedsel uit de buurt. De coronacrisis maakte de waarde van lokaal eten heel duidelijk. In de gemeente Dalfsen krijgt Tuinderij Ernie van der Kolk het bijvoorbeeld steeds drukker.
Net als ieder jaar stond er ook nu met Pasen bij zijn bedrijf in Oudleusen een lint van auto’s. Dit jaar was er een rij van mensen, die ondanks corona toch rustig op 1,5 meter afstand stonden te wachten tot het hun beurt was om die heerlijke asperges uit te zoeken. In het voorjaar komen de klanten vooral voor de asperges, de rest van het jaar staan ze in de rij voor aardbeien, frambozen, bramen, kersen en ander soort fruit. Klanten komen uit de naaste omgeving, maar het gebied wordt wel steeds groter. Rechtstreeks van het land worden alle producten verkocht in de boerderijwinkel. Ook levert hij veel aan restaurants en bakkers uit de buurt. “Ik wil graag mijn klanten spreken en luisteren naar hun wensen.”

“Dat boertje regelt het wel voor mij”

“Dit jaar merk je goed dat iedereen een beetje meer nadenkt en de supermarkt meer mijdt”, aldus Ernie, die sinds de jaren ’80 met asperges is begonnen en daarna het assortiment steeds heeft uitgebreid. “Wij denken toch dat iets vers ook echt vers is, maar daar denken de supermarkten anders over“. Hij voelt een verantwoordelijkheid voor zijn klanten, die denken: ‘dat boertje die regelt het voor mij’”.

“Met de prijs ga ik het nooit redden, ik moet het verdienen door de korte ketens. Als ik een aardbei pluk is hij rijp, daarna kan je hem niet meer lang bewaren.” Ernie’s motto: “Ik heb geen bewaarbeien, ik heb aardbeien”. En: “Zacht fruit is niet voor de eeuwigheid!” De keten is veel langer bij het fruit dat in een supermarkt te koop is – ook door transport en veiling. (Bij plukacties, waarbij de klant zelf fruit mag plukken, is de keten nog veel korter.)

“Alles wat lekker is daar verdien ik het mee!”

Lelijke aardbeien en ander fruit dat niet verkocht kan worden of overblijft, wordt gebruikt voor jam en vruchtensap, maar ook voor wijn en likeur. Maar het is geen rotzooi: “Ik moet het wel willen eten”. De kroontjes, die ook eetbaar zijn, worden er handmatig afgehaald, want Ernie wil die niet in de jam of in het sap. De aardbeienjam wordt ook niet aangevuld met appel of rabarber. En dat proef je. Bij de appel-aardbeiensap wil hij er tenminste 33% aardbeien in: “dan komt de smaak pas echt tot zijn recht!” Smaak is belangrijk: “Met asperges heb ik niet de productiefste rassen staan, maar wel de lekkerste.”

“Als ik ooit nog een reünie houd van oud-werknemers dan kan ik bijna heel Oudleusen uitnodigen”

Niet alleen de verkoop is lokaal ook het personeel komt uit de buurt – met alleen in de piekdagen vier Polen. Het hele proces is heel arbeidsintensief en de vele scholieren uit Oudleusen, die extra tijd hebben door corona,  zorgen voor een ouderwets gezellige sfeer. Ook hier voelt Ernie een sterke betrokkenheid met het dorp. Bij het fruit zijn het vooral dames die het werk doen – in de vakantie aangevuld met meisjes. “Jongens knijpen te hard!”, aldus Ernie. “De jongens zijn vooral aan het werk bij het steken van de asperges. Met behulp van de fruitladies-appgroep regelen de dames bijna alles onderling, zonder dat Ernie zich ermee hoeft te bemoeien. Bij pieken komen ze ongevraagd extra en tijdens rustigere momenten nemen ze iets meer vrij. En voor het planten van nieuwe aardbeienplantjes onderbreken ze hun vakantie, zodat ze zeker zijn dat ze de aardbeien later makkelijk kunnen plukken”.
“Ik wil een heerlijk, maar ook een eerlijk product”

“Spuiten noem ik gewasbescherming. Ik kan geen misoogsten hebben.” Wel probeert hij het zo min mogelijk te doen. De planten staan grotendeels overkapt, waardoor er weinig tot geen gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. Ook kiest hij voor minder ziektegevoelige rassen. Het gebruik van kokos als potaarde draagt hier aan bij. Daarnaast tracht hij de natuur zoveel mogelijk zijn gang te laten gaan. Zo is de aspergekever een plaag die de aspergeteelt bedreigt, maar juist in die periode worden de zwaluwen actief en vreten ze de kevers op. En roofmijt beschermt de appelbomen. Maar soms moet hij ingrijpen om de planten te beschermen. Daarbij is het moment van groot belang: een flinke tijd voordat de vruchten worden geoogst. Ook komen er steeds meer groene middelen beschikbaar.

“Duurzaamheid in stapjes.  Alles direct toepassen, dat kan niet”

Ernie worstelt overduidelijk met duurzaamheid en denkt na over de mogelijkheden op het gebied van stroom, gas, water en verpakkingsmateriaal. “Duurzaam produceren wordt wel een beetje van je verwacht, linksom of rechtsom”.
Op dit moment heeft hij nog geen zonnepanelen, terwijl dat heel goed zou passen bij zijn bedrijf. Hij gebruikt namelijk vooral in de zomer veel energie, in de winter staat bijna alles uit. Hij is in afwachting van de verbouwing en uitbreiding van de schuur, die op dit moment nog ongeschikt is voor het plaatsen van panelen. Ook overweegt hij in de tussentijd deel te nemen aan een gemeenschappelijk project. “Land vol leggen met zonnepanelen vind ik maar niks.” Ook volgt hij experimenten met bramen en frambozen onder doorzichtige zonnepanelen met belangstelling. Over een ding is hij duidelijk: “een streep door palletkachels, want dat is volgens mij niet gezond en duurzaam”. Ook denkt hij na over een (kleine) windmolen, maar hij twijfelt over het lawaai en de overlast voor de camping naast zijn bedrijf. Onlangs bezocht hij een informatieavond over waterstof en dat heeft zijn interesse gewekt.
Gas gebruikt hij slechts voor het vorstvrij houden. Vroeger stookte hij extra om een paar dagen eerder aardbeien te kunnen oogsten, maar daar is hij mee gestopt.
Water probeert hij zo min mogelijk te gebruiken. Door de keuze voor bepaalde soorten en rassen speelt hij hierop in. Met behulp van een computersysteem kan hij heel zuinig met water omgaan. Regen- en drainwater worden opgevangen en gebruikt voor de appel- en perenbomen. “Ik ontvang ieder jaar de 300 mm water die er aan regen valt. Gratis!”
Experimenten met papieren verpakking hebben niet tot een goede oplossing geleid. Hij gebruikt nog steeds plastic. Niet alleen de prijs van het papier (“drie keer zo duur”) maar ook twijfels over de duurzaamheid van het recyclen van papier.
Duurzaamheid houdt hem duidelijk bezig. Hij ziet de mogelijkheden, maar heeft ook zijn twijfels over de duurzaamheid van sommige oplossingen. Afsluitend zegt hij tenslotte: “misschien zit het ook wel tussen de oren en moet ik eraan wennen”.

Reageren?

Hoe pas jij duurzaamheid toe in je bedrijf? Laat het ons weten door een e-mail te sturen naar info@dorpenvanmorgen.nl

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via Whatsapp